Wytze Oostenbrug (1943) studeerde natuurkunde in Groningen. In zijn studententijd ontwaakte de behoefte om zelf te musiceren, met als basis de pianolessen die hij in zijn jeugd had ontvangen. Hij experimenteerde met componeren, verdiepte zich in solfège en harmonieleer en werd lid van Toonkunstkoor Bekker in Groningen onder leiding van Charles de Wolff.
Na zijn verhuizing naar Delft in 1976 trad hij al snel toe tot de Zang- en Oratoriumvereniging Cantarella en volgde piano- en harmonielessen. Ook studeerde hij enige jaren viool, samen met zijn beide kinderen. In 1992 werd hij lid van Philharmonisch Koor Toonkunst te Rotterdam onder leiding van Daan Admiraal. Hij volgt zanglessen bij Annette Rogers.

Van 2001 tot 2010 was hij dirigent van het Delftse kamerkoor Via Cantare. In die periode volgde hij enkele keren de Kurt Thomascursus voor koordirectie in Utrecht. Voor dit koor maakte hij enkele koorbewerkingen van Nederlandse en Italiaanse volksmelodieën.
De behoefte aan een bredere theoretische basis werd vervuld door het volgen van de Schumann Akademie bij Euwe de Jong. Hij sloot deze met goed gevolg af in juli 2012. Als componist bleef hij echter autodidact. Wel vormde deze opleiding de directe aanleiding weer eens concreet met compositie aan de slag te gaan. De eerste resultaten daarvan zijn een Ave Maria en het Alma Redemptoris Mater.
Van medio 2018 tot begin 2020 ontvangt hij lessen en stimulans van de componist en arrangeur Max Knigge.
Veel van zijn werken zijn gepubliceerd op de ChoralWiki Choral Public Domain Library CPDL.COM. Daar zijn ook midi en MXL versies van de muziek te vinden.
Zijn andere hobby is modelspoor. Hij heeft een modelbaan spoor N gebaseerd op de spoordriehoek Maastricht-Sittard-Heerlen, met daarin uiteraard ook de Heuvellandlijn over Valkenburg en het Miljoenenlijntje naar Kerkrade.