Achtergrond
De passacaglia is een (waarschijnlijk van een 16e-eeuwse Spaanse dans afgeleide) compositie in meestal driedelige maatsoort over een baslijn, die doorgaans eerst alleen klinkt en vervolgens – eventueel gevarieerd – herhaald wordt. Hierbij gaan de boven- en middenstemmen een contrapuntische en harmonische relatie met deze basmelodie aan.
De passacaglia als compositorisch hoogstandje is ontstaan in de barok (1600-1750) uit de gelijknamige dans.
Bron: Wikipedia
Analyse

De Passacaglia for Orchestra is gebaseerd op een thema van 8 maten in ¾ maat, zoals hierboven aangegeven. Dit thema klinkt eerst pizzicato in lage strijkers. Het wordt herhaald met begeleidende hoge klanken van de hoge houtblazers. Hierna volgen nog 16 variaties, waarin steeds uitgebreidere contrasubjecten en andere begeleidende stemmen het thema begeleiden. Ook het thema zelf ondergaat ritmische veranderingen. En wordt vaak in andere, ook hogere, stemmen neergelegd.



Variatie 8, in het midden, is alleen voor de strijkers. Zij worden voorafgegaan door een variatie voor het koper en gevolgd door de houtblazers. Variaties 4 en 10 zijn voor alle blazers zonder strijkers.
De orkestratie met dubbele houtblazers, 2 hoorns, 2 trombones, bastrombone en strijkers biedt te mogelijkheid voor allerlei wisselende combinaties.
De stuk wordt afgesloten met een laatste variatie en een coda voor het gehele orkest.

2020-03-07