L’Infinito is het meeste beroemde gedicht van de Italiaanse dichter Giacomo Leopardi (Recanati, 29 juni 1798 – Napels, 14 juni 1837). Het werk is geschreven in zijn geboorteplaats in de lente en herfst van 1819. Het is algemeen bekend in Italië.
De muzikale zetting is beschikbaar voor koor a cappella en voor koor met begeleiding van fluit, hobo en klarinet.
De Dichter
Leopardi, wiens volledige naam Graaf Giacomo Taldegardo Francesco di Sales Saverio Pietro Leopardi was, werd geboren in een erudiete, aristocratische familie in de regio Marche, destijds nog deel uitmakend van de Kerkelijke Staat. Zijn zeer autoritaire en conservatieve vader, Monaldo Leopardi, was zelf ook schrijver, zij het minder bekend. Giacomo groeide gelukkig op met zijn zeven broers en zussen, al zou hij het zowel intellectueel als geografisch perifere Recanati later als beklemmend ervaren.
Al op jeugdige leeftijd ontwikkelde hij een grote belangstelling voor de Klassieken, maar ook voor astronomie, geschiedenis en moderne talen. In deze tijd vertaalde hij al stukken van Vergilius en Homerus en dichtte zeer succesvol in het Latijn. In 1817 zou hij Geltrude Cassi Lazzari ontmoeten, een nichtje van zijn vader, voor wie hij heimelijk een liefde koesterde. Enkele jaren later verliet hij het ouderlijk huis om te verblijven in verschillende steden van Italië. Zijn gezondheid liet het hierbij vaak afweten. Een oogziekte en een algeheel zwak gestel plaagden hem tot aan zijn dood. Hij overleed in 1837 en werd begraven in de Sint Vitalis-kerk te Napels. Hier zouden grote inspanningen van zijn goede vriend Antonio Ranieri aan voorafgaan, omdat zijn stoffelijk overschot aanvankelijk in een publieke grafkuil zou worden gestort, in overeenstemming met het hygiënebeleid in verband met de heersende cholera. Later werd zijn zerk verplaatst naar het Parco Virgiliano bij Mergellina en tot nationaal monument verklaard.

Leopardi had uitgesproken opvattingen over literatuur en poëzie, die zich niet gemakkelijk laten invoegen in één bepaalde stroming. Hij meende dat de dichter het gevoelsleven moest uitdiepen en hierbij moest streven naar een melodieuze structuur. Centrale thema’s zijn de oneindigheid, angst voor de dood en melancholie. Deze typische elementen uit de Romantiek contrasteren met zijn visie dat literatuur juist een moraliserende en opvoedkundige taak heeft. Belangrijke werken zijn de dichtbundel Canti (Liederen), Operette morali en Zibaldone (verzameling gedachten en essays). Internationale bekendheid verwierf zijn gedicht L’infinito (Het oneindige).
Tekst en vertaling
L’Infinito | De Oneindigheid |
---|---|
Giacomo Leopardi | Vert. Frans van Dooren |
Sempre caro mi fu quest’ermo colle, e questa siepe, che da tanta parte dell’ultimo orizzonte il guardo esclude. Ma sedendo e mirando, interminati spazi di là da quella, e sovrumani silenzi, e profondissima quiete io nel pensier mi fingo; ove per poco il cor non si spaura. E come il vento odo stormir tra queste piante, io quello infinito silenzio a questa voce vo comparando: e mi sovvien l’eterno, e le morte stagioni, e la presente e viva, e il suon di lei. Così tra questa immensità s’annega il pensier mio: e il naufragar m’è dolce in questo mare. | Steeds was mij deze eenzame heuvel lief en deze heg, die aan zovele zijden de verre horizon aan ’t oog onttrekt. Telkens als ik hier zit, stel ik me erachter onmetelijke ruimten voor, en stilten die ’t menselijk begrip te boven gaan, en peilloos diepe rust; waarbij ik soms bijna verstijf van angst. En als ik dan de wind door deze takken heen hoor waaien, dan vergelijk ik die immense stilte met dit geruis: ik denk aan de eeuwigheid, aan de afgestorven jaren, en aan dit dat leeft, en aan ’t geluid ervan. En zo verdrinkt mijn geest in eindeloze diepten, en zoet is ’t mij in deze zee te zinken. |
Het Gedicht

Hoewel het gedicht vaag en etherisch van samenstelling is, brengt het elementen van de filosofische en klassieke werelden over, de laatste zichtbaar in de selectie van het woord ermo, uit het oud-Grieks in plaats van een meer conventionele ‘solitario’ te gebruiken om de geïsoleerde ligging van deze heuvel weer te geven. . Deze personificatie van de natuurlijke omgeving is prominent aanwezig in het gedicht en is typerend voor een ander thema of beweging die vaak met Leopardi wordt geassocieerd; romantiek. Er is ook een scherp gevoel van sterfelijkheid in het hele gedicht, overgebracht in het sterven van seizoenen en verdrinken van gedachten, vergelijkbaar met Leopardi’s overtuiging dat hij niet lang zou leven, een overtuiging die werd bevestigd toen hij stierf toen hij slechts 38 jaar oud was.
Hiernaast zijn tweede handgeschreven versie. Er zijn nog kleine afwijkingen met de definitieve versie.
Analyse
De tekst filosofeert over de rust van de natuur, de vergezichten, en ook de onbestemde angsten, die daardoort kunnen worden opgewekt. Het stuk staat vrijwel geheel in C, hoewel het steeds aarzelt tussen majeur en mineur. Diverse andere toonsoorten worden aangeraakt, waardoor er voortdurend een zekere onbestemdheid in de muziek klinkt; het gaat ergens heen, maar misschien toch wel weer niet.

Sempre caro mi fu quest’ermo colle,
Het stuk begint met het lieflijke uitzicht op heuvel en heg, die echter de verre horizon aan het oog onttrekt.

dell’ultimo orizzonte il guardo esclude
De wijdte van de horizon en de heuvel wordt uitgedrukt met de stijgende lijnen in alle stemmen en de hoge lange noten van de sopranen.

e profondissima quiete
De diepe rust.wordt uitgedrukt door lange liggende noten met een kleine verschuiving.

e le morte stagioni,
De verwachting van de eeuwigheid wordt weergegeven door de zachte hoge ligging van de tenoren boven de bestendigheid van de bassen,
De dood spreekt uit duistere schuivende akkoorden. De terugkeer naar het leven verloopt langs stijgende lijnen.

e il naufragar m’è dolce in questo mare.
Het gedicht eindigt onbestemd in “eindeloze diepten”, die tegelijk aantrekken en afstoten. De muziek eindigt onbestemd met een open akkoord van een kleurloze kwint.
2021-05-15